top of page

Intergemeentelijke aanpak grijze woonvormen

De vier gemeenten van de stadsregio brengen grijze woonvormen in kaart en werken intergemeentelijke aanpak uit

De vier gemeenten van de stadsregio werken intensief samen rond het beleidsdomein wonen. Dat vertaalt zich onder meer in de opmaak van een onderzoeksrapport over het ‘grijze wooncircuit’. Het gaat dan bijvoorbeeld om huisjesmelkerij, illegale opdelingen of overbewoning. Ondanks het feit dat de grijze woonvormen in de vier gemeenten verschillende vormen aannemen, is de onderliggende problematiek erg gelijklopend, omdat de woonvormen doorgaans gekenmerkt worden door slechte kwaliteit én illegaliteit, en ze onveranderlijk (ook) precaire doelgroepen treffen. Vaak gaat het om manieren om dak- en thuisloosheid te vermijden.

Met hun intergemeentelijk samenwerkingsverband willen Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar allesomvattend de verschillende vormen van misbruik, die vaak samen voorkomen, in kaart brengen en aanpakken. Dat vereist maatwerk per gemeente maar ook gezamenlijke inspanningen.

Waarom een onderzoek naar grijze woonvormen?

De meerderheid van de inwoners in de stadsregio wonen in kwaliteitsvolle panden, in eigendom of gehuurd. Toch zijn de vier gemeenten bezorgd om de meest kwetsbaren. Binnen het werkveld bestond het vermoeden dat een toenemende groep inwoners terecht komt in het onderste segment van de woonmarkt. Dat segment wordt gekenmerkt door een zeer slechte kwaliteit van woningen, vaak in combinatie met een illegaal karakter. Daarvan bestaan er veel verschillende vormen: illegale opdeling, bewoning in een pand dat geen woning is, huisjesmelkerij, overbewoning… .

Bijkomend hebben de vier gemeenten hebben in de meerjarenplannen actieplannen opgenomen rond betaalbaar en kwaliteitsvol wonen. Het is dus nodig om een goed zicht te krijgen op de verschillende problematieken waarvan grijze woonvormen er één is.

Om de beoogde beleidsdoelstellingen te bereiken, was informatie vergaren een eerste stap: de beleidsmakers stelden vast dat er hiaten waren in de kennis en definitie van ‘grijze woonvormen’ in hun gemeente, voornamelijk door de aard van de problematiek: de combinatie van een kwetsbare doelgroep met mogelijke inbreuken op de wetgeving. Dat er vandaag toch een onderzoeksrapport voorligt, is daarom een belangrijke eerste stap.

Wat leverde het onderzoek op?

Geen louter stedelijk probleem

Hoewel vele eigenaars en huurders kwaliteitsvol wonen, zijn grijze woonvormen een probleem in de hele stadsregio. Historisch gezien heeft Turnhout, vergeleken met de omliggende gemeenten, meer inwoners in een kwetsbare situatie en meer bewoners die noodgedwongen verblijven in een of andere vorm van grijs wonen. Toch blijkt uit de bevraging dat de problematiek niet enkel stedelijk is. Grijze woonvormen komen in elke gemeente voor en een aantal kenmerken zijn gemeenschappelijk.

1. Woningen van zeer slechte kwaliteit. De meeste verhuurders zijn te goeder trouw. Sommige huurwoningen hebben weliswaar kleine problemen die hersteld kunnen en moeten worden, maar zij hebben geen negatieve impact op de huurmarkt. Er doen zich echter extreme situaties voor waar de kwaliteit volstrekt niet voldoet en er bewust misbruik wordt gemaakt van de kwetsbare situatie van huurders. Huisjesmelkerij is een ernstig knelpunt dat bovendien niet gemakkelijk te detecteren is: kwetsbare bewoners gaan niet gemakkelijk en spontaan hun problemen melden bij hun gemeentebestuur.

2. Illegale opdelingen en woningen die niet voor bewoning zijn bestemd. Soms blijven dergelijke problemen beperkt tot fouten met vergunningen. Het illegale karakter ondergraaft de woonzekerheid. Vaak is er een combinatie met slechte woonkwaliteit: illegale verhuur van kamers die bovendien vaak te klein zijn en te weinig sanitair hebben of wonen in een magazijn of garagebox … De problemen doen zich zelfs voor op het vlak van basiscomfort en noodzakelijke minimumvereisten als energie.

3. Niet elke grijze woonvorm heeft te maken met bakstenen. Soms zijn de woningen vergund en misschien zelfs van goede kwaliteit, maar worden ze bewoond door te veel mensen, bijvoorbeeld een gezin met 5 à 6 personen in een eenpersoonsstudio. Dat vormt niet alleen een knelpunt voor het gezin zelf, maar kan ook nadelige gevolgen hebben voor eigenaars of buren.

Wat is het verband tussen ‘grijs wonen’ en dak- en thuisloosheid?

Het rapport toont aan dat er naast huisjesmelkerij, illegale bewoning en overbewoning nog veel andere onwenselijke strategieën bestaan om dak- en thuisloosheid te vermijden. Sofasurfen of op straat overnachten zijn er daar twee van. Hoewel ook deze problematiek vaak het eerst wordt vastgesteld in Turnhout, blijven dergelijke fenomenen niet beperkt tot de stedelijke context.

Het geeft aan dat er moet nagedacht worden over een betere aanpak van dak- en thuisloosheid en van opvangmogelijkheden, en dit over de vier gemeentegrenzen heen. De vier gemeenten begrijpen dat lokale beslissingen in de ene gemeente, grote gevolgen kan hebben in een andere gemeente. Een gezamenlijke aanpak is dus van belang.

Waarom de nood aan een gezamenlijke aanpak?

Het rapport grijze woonvormen toont aan dat de vier gemeenten geconfronteerd worden met uitdagingen inzake grijs wonen. De problemen zoals huisjesmelkerij of dak- en thuisloosheid stoppen niet aan de gemeentegrenzen.

Het zijn problemen die voorkomen in de stedelijke gebieden, de rand én de landelijke gemeenten. De vier gemeenten ervaren het als een meerwaarde om de ervaringen te delen, om samen prioriteiten te bepalen waar mogelijk, en om de instrumenten op elkaar af te stemmen. Maar maatwerk per gemeente zal ook blijvend voorzien worden.

De stadsregio en de ruimere omgeving zijn vaak communicerende vaten. Bewoners, en zeker zij die in een precaire situatie wonen, zijn mobiel en bewegen zich vaak vlot over de grenzen heen, ook buiten het gezamenlijk bereik van de stadsregio. Een stadsregionale aanpak leidt ons vanzelf nog een stap verder.

Het is aangewezen om met alle gemeenten uit de Kempen een antwoord te bieden op de opvangcrisis. De vier gemeenten van de stadsregio pleiten hier dan ook uitdrukkelijk voor een regionaal initiatief. Waarbij ondersteuning vanuit andere overheden nodig zal zijn. De complexiteit van de problematiek en het raakvlak met andere beleidsdomeinen zet de stadsregio aan om verbinding tot stand te brengen met de provincie en Vlaanderen. De vier gemeenten willen beroep doen op hun rol en expertise in de aanpak van de grijze woonvormen.

bottom of page